Festival

‘Leuk ding, wat je aan hebt!’ Ze wijst naar mijn paarse top met ruches. En dan naar mijn witte broek. ‘Ik hou van witte broeken!’ Ze is klein, kleiner dan ik, met een rond gezicht en blauwe ogen met een bepaalde hardheid erin. Zelf draagt ze een zwart jurkje met helpen over haar schouders en een klein blauw rugzakje. ‘Dankjewel,’ roep ik terug, ‘Je bent net Dora the Explorer, maar dan knap!’ Ze lacht, en steekt dan haar hand uit. ‘Kim!’ Onze hoofden deinen op en neer op de muziek die uit de boxen schalt, we staan helemaal vooraan bij de dj. Naast ons danst een jongen met een grote grijns op zijn gezicht. Ik buig me naar hem toe. ‘Ik hou normaal helemaal niet van techno, maar dit vind ik wel leuk!’ roep ik in zijn oor. ‘Dit is house,’ zegt hij vriendelijk. Plens! Een bekertje bier spat uiteen op de houten dansvloer. ‘Kut,’ roept Kim beteuterd. ‘Dat is al de vijfde.’ Ik geef haar mijn biertje, dat ze met een kreet uit mijn handen grist.

Kim is met een grote groep vrienden gekomen. Er zijn twee jongens die zo erg op elkaar lijken dat ik eerst denk dat ze broers zijn. Ze hebben allebei dezelfde tevreden uitstraling. ‘Jullie lijken wel een beetje op capibara’s,’ vertrouw ik ze toe, verwijzend naar het dier dat nog het meest op een uit de kluiten gewassen cavia lijkt. De een weet niet wat ik bedoel, maar gaat het meteen googelen. De ander vertelt trots dat hij vorige week nog een capibara heeft geadopteerd in een Belgische dierentuin. Samen met een vriendin, voor 125 euro per persoon. Ik heb hem per abuis vergeleken met zijn lievelingsdier. Zijn vriend heeft inmiddels afbeeldingen van de capibara bestudeert en concludeert dat het eruitziet als een uitermate chill beest. ‘Ze zijn ook heel chill,’ zegt de kersverse capibara-papa geestdriftig, ‘ze hebben zelfs geen natuurlijke vijanden.’ Zijn vriend tikt hem triomfantelijk tegen zijn schouder. ‘Maat, wij ook niet!’

‘Ga je weg?’ gilt Kim. Ja, knik ik. ‘Nee!’ gilt Kim. Ze heft haar pink omhoog en kijkt me strak aan. ‘Wij gaan nog een keer samen feesten, ja?’ Ja, knik ik, en haak mij pink om de hare. We schudden erop.