Teun en Tinus

 

 

Teun is nu bijna een jaar dood. Ze was een oneindig lieve, eigenzinnige hond, een harig beest met ongetemde wenkbrauwen en een komische snor. Aanhankelijk als ze was zocht ze altijd contact, haar kop trouw aan onze voeten, en mijn vader kon geen stap zetten of ze dribbelde achter hem aan. Sinds zijn pensioen waren ze iedere dag samen. Wanneer hij aan het rommelen was in de tuin keek ze tevreden toe vanuit het gras en eenmaal binnen kreeg ook zij een koekje bij de koffie. Ook kreeg ze op onze wekelijkse frietavond haar eigen frikandel, mocht ze urenlang rennen in het bos en aaiden we haar de hele dag door.

 

Soms grapten we wel eens dat ze niet versleet door ouderdom, maar door liefde. Want slijten deed ze helaas wel. Ze was bijna 14, oud voor een hond van haar formaat, toen we merkten dat ze moeite kreeg met opstaan en pijn had. De dag dat we haar lieten inslapen was een zonnige dag, ze speelde nog vol bravoure met een stukje appel en maakte ons voor een laatste keer aan het lachen. Een uur later zakte ze na de eerste spuit verward door haar poten op onze keukenvloer. Voor ik het wist sliep ze en werd ze niet meer wakker. Dit was, op de begrafenis van zijn eigen vader na, de enige keer dat ik mijn vader heb zien huilen.

 

Het gat dat Teun achterliet bleek groter dan haar fysieke vorm. Geen trippelende voetstapjes meer in huis, geen kwispelende begroetingen en geen kop op schoot. Mijn moeder nam geen koekjes uit cafés meer mee naar huis en mijn vader ging met een kleinere bestelling naar de snackbar. Maar alles slijt, zelfs verdriet.

 

Sinds kort hebben mijn ouders een pup: Tinus. Ze doet alles wat niet mag en groeit als kool. Waar Teun volgens mijn moeder ‘niet de slimste maar wel de liefste’ uit het nest was, is Tinus erg pienter en zelfs een beetje brutaal. Ze moeten er aan wennen, zo’n druk bijtgraag hondje dat er steeds met pantoffels en kleedjes vandoor gaat. Een groot verschil met de versleten hond die de hele dag braaf lag te suffen. Maar als ze in de avond moe is van al het ravotten, trekt mijn vader haar bij hem op schoot. Hij aait haar over haar kopje en zij slaapt in zijn armen.